woensdag 19 januari 2011

Muziek en vrienden (20)

19. Will I see you in heaven – The Jayhawks


Deze muzikale top twintig gaat over de betekenis van vrienden en muziek. Een reis langs mijn muzikale leven en ook een reis van mijn leven via muziek. Ik ben nu eenenvijftig. Een leeftijd waar je, toen de nummer 1 van deze lijst uitkwam (1967) – ik was toen slechts acht jaar – niet van droomde en geen voorstelling van had. Alles ouder dan twintig was oud, met gradaties van oud tot zeer oud (je opa’s en oma’s). Ook nu heb ik geen voorstelling van wat het betekent om 82 te zijn. Nog steeds blijven er gradaties van oud tot zeer oud. Welke muziek vind ik dan mooi of nog mooi? Als ik dan nog een top twintig zou mogen en kunnen maken, welke nummers van deze lijst staan er dan nog in? Geen idee en dat is maar goed ook. Muziek is een gemoedstoestand of een herinnering aan een gemoedstoestand. Daarom zijn The Fouryo’s zo mooi en daarom is het volkslied van Zuid-Afrika zo mooi. Omdat het mij terugbrengt naar andere tijden, andere mensen en andere belevenissen.

Nu zit er een prachtige CD in mijn auto. Die zit er al in sinds ik deze aanschafte. Het is de Amerikaanse groep The Jayhawks. Ooit had ik al een CD van ze gekocht, natuurlijk via een vriend aangeraden – Luuk in dit geval – en wist ik hoe goed deze groep was. Maar met de CD “Rainy day music” ben ik volledig verknocht geraakt aan deze band. Helaas heb ik ze nog niet live mogen zien en horen, maar tot dusver doe ik  met het melodieuze geluid via mijn autospeakers. Het maakt me rustig, tevreden en misschien wel melancholiek.

Helaas geen live-opnamen, dus hierbij het origineel van de cd.

dinsdag 11 januari 2011

Moonfire op Buitenplaats

Het is oudejaarsdag en ik rij in de auto van Jeroen richting Leiden. Daar zijn we uitgenodigd op een heuse buitenplaats. Het navigatiesysteem leidt ons feilloos door Leiden en via een smalle weg bereiken we de ingang van het adres. We kijken het terrein op en zien een fraai met olielampen verlichte oprijlaan met aan het eind een statig landhuis, waar door de ramen een warme gloed naar buiten straalt op de nog resterende sneeuw. Dat is nog eens een huis! En dan te bedenken dat een vriend van ons zich nu de trotse eigenaar van deze stulp uit 1679 mag noemen.

Als we de auto hebben geparkeerd, lopen we richting de monumentale ingang. Daar staan reeds gearriveerde gasten een sigaretje te roken. De machtige deuren zwaaien open en we betreden de hal. Onno begroet ons hartelijk en even later wordt ik warmbloedig gekust door Natasja. Nog voordat ik mijn jas kan uittrekken, neemt Onno mij mee naar een kast. 'Dit moet je meenemen', zo vertelt hij mij. In de kast ligt een immense doos. Ik herken het onmiddelijk. Het is een boek, maar niet zo maar een boek. Het boek voor de man die, toen hij 10 jaar oud was, naar de maan keek. Daar, op dat kleine grijze rondje in de nacht, liepen twee mannen rond. Neil Armstrong en Buzz Aldrin, de eerste mensen op de maan. Die jongen van 10 jaar was ik en ik was idolaat van ruimtevaart. Mijn kleine jongenskamer hing vol met posters en stickers. En, hoewel mijn familie geen auto had, ik verzamelde de munten die je kon krijgen bij de benzinepompen.

Het boek heet Moonfire en is uitgegeven om het veertigjarig bestaan van de eerste maanlanding te memoreren. Het is een bijzondere uitgave, want er zit ook een gesigneerde foto in de doos. Buzz Aldrin heeft 1969 exemplaren met zijn handtekening verrijkt en ik heb nu nummer 1200.

Als om 12 uur de champagneflessen knallen en het vuurwerk de donkere nacht inschiet, kijk ik naar boven en zie de maan. Daar zie ik mijzelf als jongetje van tien, vol vuur dromend van het onmogelijke avontuur.....