zondag 4 mei 2014

De honderdste Luik-Bastenaken-Luik

Het begint ondertussen een traditie te worden. Voor het derde jaar bezoeken we een klassieker. Na de Ronde en Parijs-Roubaix kon dit jaar de keus niet anders zijn dan Luik-Bastenaken-Luik. Of LBL, zoals de kenners deze koers noemen. Opgetogen rijden we op zaterdag naar het zuiden en parkeren de auto in het centrum van Luik. Deze voorheen grauwe stad is de afgelopen jaren enorm opgeknapt en het centrum ziet er fris en uitnodigend uit. We lopen in een waterig zonnetje naar een terras om te lunchen en onze eerste biertjes te proeven. We proberen de Luikse gehaktballen met frites, een lokale lekkernij. En ze smaken prima! Ondertussen zien we een aantal bussen van de wielerploegen langsrijden het grote plein op.
Na de lunch lopen ook wij het plein op. Een Nederlandse vertelt dat in het paleis de ploegenpresentatie is. Het is inderdaad druk voor het paleis en wij lopen via een van de poorten het binnenplein op. Daar staat een grote tent. Ondertussen loopt een aantal renners door het publiek weer naar buiten. We zien Tom Dumoulin, althans het moet hem zijn. Maar hij veel kleiner en magerder dan we ons voorstellen. Het valt ons trouwens op dat de meeste renners nu ze niet op een fiets zitten, zo klein en tenger zijn.
We lopen de tent in, waar veel volk staat. Op het podium worden de verschillende ploegen voorgesteld, met korte interrupties van een bandje die probeert toepasselijke muziek te spelen. Zo horen we 'Kakalienka' voordat de ploeg van Katusha het schavot bestijgt. Nadat een ploeg is voorgesteld, lopen de renners door het publiek weer richting de bus, onderweg veel tijd nemend om handtekeningen te zetten en gewillig op de foto te gaan. We zien de grote favorieten voor morgen vlak langs ons heen lopen; Valverde en Nibali. Het gaat allemaal zeer gemoedelijk.

Ik loop vast naar buiten, want het is binnen warm. Daar zie ik Raymond Kerkhoffs met een geïmproviseerde camera korte interviews afnemen. Maarten Ducrot passeert en babbelt wat met Frans Maassen van de Belkinploeg. De laatste bussen rijden weg en wij lopen richting de parkeergarage.

Het is rond vijf uur als we in Stavelot aankomen. De rest van de dag brengen we door op het terras, want de zon schijnt nog steeds en dus mag een biertje niet ontbreken. Rond half acht gaan we richting ons restaurant. Een chique tent, dat zien we al aan de buitenkant. En ook binnen is het chique. We mogen in de lounge gaan zitten en nemen een aperatief van huis, een fraaie cocktail met iets te veel verschillende dranken om te onthouden. Ondertussen komen de eerste amuses door. Ach, dit wordt wel smakelijk eten vanavond. We hebben een menu besteld en het smaakt allemaal voortreffelijk. Lekkere vis, een rabarberspoom, lekkere asperges, een mals stukje vlees. En soepele wijnen. Kortom, erg lekker. Ons hotel is slechts 200 meter verder, dus ook dat is prima.

Bij het ontbijt treffen we een Vlaams echtpaar dat al vroeg vertrekt richting La Redoute om hun held Philip Gilbert aan te moedigen. Wij genieten rustig van onze eerste uren deze dag. We lopen het dorp in en zoeken vast naar een goede plek om vanmiddag naar de koers te kijken. Bijna niets in het dorp wijst erop dat straks een circus van vele motoren, auto's en bijna 200 wielrenners door het dorpje heen jagen. Hier en daar staan wat verkeersborden dat je vanmiddag niet mag parkeren, op een kleine binnenplaats nabij de brug worden de eerste worstjes op de barbecue gelegd. Verder is het deze zondagmorgen rustig.

We gaan naar de Abdij van Stavelot, een imposant rood gebouw, waar drie musea zijn gehuisvest. We zijn vooral geïnteresseerd in de expositie over de 1e Wereldoorlog. Die is aardig, maar niet bijzonder. Veel uitleg aan de hand van striptekeningen in het Frans. Daarna lopen we naar de catacomben, waar veel raceauto's staan en uitleg over het nabijgelegen circuit van Francorchamps. Het ziet er wat armoedig uit en we lopen er vluchtig doorheen. Misschien komt het omdat we hier voor het wielrennen zijn en we eigenlijk niet kunnen wachten om de koers te beleven.

We lunchen buiten in de zon. Het wordt wat drukker nu. De verzorgers van Sky en later ook Belkin zitten op een terras verder ook te lunchen. Er worden nu ook dranghekken geplaatst. De eerste fans lopen langs met grote vlaggen. Rond half twee lopen we naar de brug bij de rivier. Daar is het begin van de Stockeu, de steilste klim in de wedstrijd. De renners komen hier twee keer langs. Eerst als ze van de Wanne afkomen en rechts de Stockeu opdraaien. Vervolgens als ze na de klim via de afdaling met hoge snelheid over de brug het dorp in gaan en daarna aan de Haute Levee beginnen. Het is een mooie plek om te staan. Er zijn aardig wat mensen, maar het is erg gemoedelijk. Jong en oud staan door elkaar.


Eindelijk ontstaat er enige reuring. De reclamecaravaan arriveert luid toeterend en gooit haar prullaria door de ramen naar buiten. Dan is er weer stilte. Soms passeren nog toerfietsers die moeizaam naar boven klimmen. Twee op stelten staande figuren lopen de Stockeu omhoog. Het zijn de Blance Moussis, de carnavalsfiguren van Stavelot. 

Dan is er weer getoeter. Grote mannen op motoren komen er nu aan. Achterop zitten fotografen die hier afstappen om hun foto's te nemen. Ook een materiaalman van Europcar wordt hier met een voor- en achterwiel geposteerd. En dan, eindelijk, de eerste renners. Een kopgroep van vijf renners, met Bono van Lampre op kop. 
Ze slaan rechtsaf de Stockeu op, gevolgd door de televisiemotor. Even later volgt de zesde renner van de kopgroep, die blijkbaar op de Wanne heeft moeten lossen.

Bijna vijf minuten later zien we de kopgroep weer, nu afdalend. Het duurt nog even, maar dan verschijnen de helicopters boven Stavelot. Het peleton arriveert. Een aantal kopmannen zit al van voren. De wereldkampioen, Valverde, Voeckler en Tom Jelte Slagter zijn een van de eersten. 
Het is een imposant gezicht, maar ook het geluid is bijzonder. Piepende remmen, terugschakelende derrailleurs, een band die piepend leegloopt, zoevende spaken en schreeuwende en klappende supporters. Met gebogen ruggen beginnen ze aan de klim. Een renner van Sky legt zijn ketting weer op de fiets en de materiaalwagens volgen.

De renners hebben al bijna 170 kilometer afgelegd en sommigen zitten nu al ver achterin. Een aantal stapt hier af en houden het voor gezien. Dat geldt tot onze verbazing ook voor Thomas Dekker, die vlak voor onze neus in de remmen knijpt. Later lezen we dat hij maagklachten had. Jammer toch dat de comeback van deze renner zo moeizaam verloopt.
De wedstrijd gaat door. We zien het peloton in gezwinde draf naar beneden komen en over de brug rijden. We wachten tot de laatste auto's voorbij zijn en lopen ook de brug over het dorp in. De dranghekken worden al weggehaald als wij een café inlopen om de koers verder te volgen. Het is een wedstrijd zoals te verwachten viel. De verschillen tussen de kopmannen zijn te klein en niemand durft aan te vallen tot aan de laatste heuvel. Pas in de straten van Ans komt het gevecht waarop we wachten. Het is ongelooflijk spannend. De winnaar van vorig jaar Dean Martin komt nog heel dichtbij, maar gaat onderuit in de laatste bocht. Een meelijwekkend gejoel stijgt op in de kroeg. Een renner maakt zich los en wint, maar niemand weet wie het is. Overal om ons heen horen we: 'Wie, Qui?' Uiteindelijk blijkt de Australiër Gerrants deze 100e Luik-Bastenaken-Luik op zijn conto te hebben geschreven. Wij nemen nog een slok van ons bier en rijden een kwartier later weer in de auto terug naar Nederland. Dat was weer een mooie klassieker!