donderdag 18 november 2010

Rancuneus boek

Een van mijn wensen is ooit een boek te schrijven. Dat is er nog niet van gekomen en de tijd begint aardig te dringen. Een aantal jaren geleden heb ik eens een poging gedaan tijdens een sabatical die ik had opgenomen. Dagen zat ik voor het beeldscherm, maar er verschenen erg weinig letters. Waarover moet je schrijven? Over je werk? Maar dat is best lastig, want over een paar maanden loop ik weer tussen mijn collega's. Over mijn vakanties? Ach, dat is toch ook niet echt spectaculair. Fictie? Tja, ik heb weliswaar een levendige fantasie, maar of dat vol te houden is? Kortom, er is nog geen boek.

Soms word je geattendeerd op anderen die wel een boek produceren. Een ex-collega nota bene. En die ook nog over je werk schrijft. Dat moet welhaast interessant zijn. Via internet zijn al enkele delen uit het boek te lezen. Het begint heerlijk tendentieus. Over de misstanden in de bedrijfstak, over misstanden bij de overkoepelende organisatie, over slinkse mensen die ooit linkse mensen waren. Het blijft helaas ook tendentieus. In elke zin staat wel een sneer richting mensen en organisaties. Het lijkt wel meer een pamflet dan een boek.

Wie is de schrijver ook alweer? O ja, een collega die ontslagen is. Waarom weet ik niet meer precies, maar ik hoorde dat hij het begrip collegialiteit op een bijzondere manier opvatte. Vervolgens ging hij elders in de bedrijfstak werken en ook daar was de baan tijdelijk. Zou dat de ware reden zijn van het boek. Een afrekening met zijn vorige werkgevers? Dat kunnen soms de leukste boeken zijn, maar dan is humor wel meegenomen. En die ontbreekt in de stukken die ik tot nu toe heb gelezen. Het is vooral rancune dat uit de regels opstijgt. Jammer. Een gemiste kans. En enige zelfreflectie was ook leuk geweest. Had hij niet jaren geld verdiend bij de bedrijven die hij nu probeert weg te zetten als louche winstjagers? Had hij niet leuk meegeprofiteerd van de snoepreisjes waar hij nu schande van spreekt? Rancune kan een mooie drijfveer zijn als je terecht onterecht behandeld bent. Maar het is wat wanhopig wanneer je er nu nog geld aan wilt verdienen via een boek.

Nee, ik noem de titel en schrijver niet, want voor dit type boeken maak ik geen reclame. En mijn boek komt er ooit ook nog wel. Sans rancune.

woensdag 17 november 2010

Muziek en vrienden (18)

17. Four seasons in one day – Crowded House

Ik ben met Vincent en Pauline in Vredenburg in Utrecht. Jeroen was te ziek om te gaan en dus is zijn jongere broer mee. We zijn vroeg en vinden een prima plek op een van de eerste rijen van de tribune. Op de bühne staat de band Crowded House, een combi van Australische en Nieuw Zeelandse musici. Een band met een uniek geluid, zeer melodisch en met vage verwijzingen naar The Beatles. Je kan natuurlijk ook gewoon zeggen dat het mooie muziek is. Het gekke is dat ik me van dit concert weinig kan herinneren, behalve dat het mooi was. En misschien is dat wel het grootste compliment dat je een band kunt maken.
Na dat concert heb ik jaren geen bijzondere band met deze groep opgebouwd, tot het moment dat ik 2005 naar Australië en Nieuw Zeeland vertrok. Vooral in dit laatste land kreeg de muziek een diepere betekenis. Als je in je campervan dwars door dit land trekt, met overal prachtige natuur om je heen, begrijp je iets beter waarom de muziek van Crowded House mooi is. Vanzelfsprekend heb ik daarom veel nummers van deze band gebruikt als achtergrond bij de filmbeelden van deze unieke reis. En heeft het nummer ‘ Four seasons in one day’ de meeste betekenis gekregen. Niet alleen omdat het soms voorkomt in Nieuw Zeeland – en dat gebeurt soms – maar ook omdat het voor mij herinneringen geeft aan Pauline. Vlak voor deze reis kreeg zij te horen dat ze ongeneeslijk ziek was. Een boodschap waar ik tijdens die twee maanden, elke dag even bij stilgestaan heb. Ook omdat ik weet dat zij dit nummer erg mooi vond. En dus is Crowded House mijn verbinding met Pauline, zodra ik het nummer zing of hoor.

zaterdag 6 november 2010

Zuid Afrika 1996 (slot)

Slotakkoord

Na bijna zeven maanden terug naar Nederland, een onwezenlijke gedachte. In zeven maanden ook zeven bulletins geschreven voor het comité-vrienden-van-Rob, een ondertussen illuster gezelschap van vele tientallen mensen. Nu dan dus de laatste. Tijd dus ook om jullie te bedanken en met name degenen die de moeite hebben genomen om post en email te sturen of soms zelfs de telefoon te pakken. Zonder iemand te kort te willen doen wil ik met name Erik-Jan, Yves, Inge, Henk, Inge, Petra, Paul, Erik, Alfred en de collega’s van de bibliotheek, O&O en FEA bedanken.
Verder denk ik met plezier terug aan de ontmoetingen met Dick, Renée Nico, Jeanne, Johan, Willy en Marijke in Zuid-Afrika.
In deze lange rij van namen van collega’s ben ik er een vergeten. Ik heb zeven maanden met hem opgetrokken, gewerkt, gegeten, gelachen en gediscussieerd. Hij heeft de zeldzame kwaliteit altijd zichzelf te zijn en zijn mening te durven geven. Bedankt daarvoor Arie!
In deze zeven maanden heb ik in Zuid-Afrika met uiterst plezierige mensen kennisgemaakt. Ondanks dat het een lange rij van namen is wil ik ze toch noemen: Xola, Anesh, Peter en de andere collega’s van Planact, Fonny, Geert en Chris van Condev en Malcolm en Benoit van CRIAA. Mijn respect en dank gaat echter bovenal uit naar de mensen in Wattville: Vincent, Gladys, Sandile, Musa, Buti, Phumi, Justice en naar al die voor mij naamloze inwoners van Wattville en Tamboville die mij het besef hebben gegeven waar het in het leven werkelijk om gaat.
Misschien wordt mijn gevoel nog het beste uitgedrukt door het volgende Xhosa gezegde:
“Ubuntu ungamntu ngabanye abantu”.
Dit betekent in het Nederlands:
Mensen
Zijn mensen
Door andere mensen
In Zuid-Afrika ben ik pas echt gaan beseffen dat je pas een mens bent wanneer je rekening houdt met andere mensen.
Met plezier kijk ik terug op deze periode. Met plezier kijk ik ook vooruit. Met heel veel plezier heb ik deze bulletins geschreven, misschien wel meer voor mezelf dan voor jullie. Ik ben trots op mijn naam “Jabulani” en ik kijk er naar uit jullie weer te zien.
Zo ver weg en toch zo dichtbij, levend in één grote LAT-relatie, soms gezien te worden als baas boven baas, misschien nog steeds halverwege het begin, maar vasthoudend aan de droom en engelen van mensen te hebben ontmoet.
Vol “Thabo” en “Mandla”,
Rob