donderdag 22 april 2010

Muziek en vrienden (13)

12. Nutbush City Limits – Tina Turner

Het is zes uur en binnen heerst een zenuwachtige spanning. De gasten uit Knysna trekken nog een wijntje open. Ik drink een Amstelbiertje. Over twee uur zal het spektakel losbarsten en het is zaak daar met volle teugen (in letterlijke zin) van te genieten. Op de stoep bij de achterdeur worden reeds de joints voor later op de avond gedraaid.
Een uur later lopen we met tien mensen voorbij het imposante rugbystadion naar het cricketstadion in Newlands in Kaapstad. Het is druk, maar als we de prachtige grasmat betreden kunnen we toch tot dichtbij het podium komen. Het voorprogramma brengt Jennifer Jones, een Zuidafrikaanse zangeres met soulrepertoire. Nie slecht nie, maar het wachten is toch op de hoofdact. Als om kwart over negen het stadionlicht dooft en het geluid van gitaren klinkt, veert het publiek op. Even later komt om de hoek van het podium de zangeres tevoorschijn. Het publiek is nu helemaal niet meer te houden en men schreeuwt de longen uit de keel. En dat voor iemand van 56 jaar. Ze zingt voornamelijk nieuw repertoire, maar als de tonen ingezet worden van “Proud Mary” word ook ik enthousiast. Wat een keel, wat een geluid, wat een show. Tina Turner geeft het eerste concert van haar wereldtour in Kaapstad en ik ben daarbij. Vooral “River deep, mountain high” en “Nutbush City Limits” zijn mijn favouriten. Dit mens kan zingen hoor!
Bijkomend voordeel tijdens dit concert in 1995 is dat Zuidafrikanen over het algemeen een stukje kleiner zijn dan Noord Europeanen en dus zie ik alles prima. Ik hoor zo nu en dan wel gemor achter me, maar dat is dan pech hebben. Het concert is zeer goed en de lichtshow en speciale effecten indrukwekkend. Na twee uur wordt het afgesloten met vuurwerk en het publiek verlaat tevreden het stadion.

maandag 12 april 2010

Zuid Afrika 1996 (22)

Gebroken

Het was een heerlijke zwoele avond. Nugula had net een bezoek gebracht aan haar moeder. Die was vanavond gelukkig weer eens in een goede bui. Ze was nu eens niet begonnen over de opvoeding van haar kleinkind en dat Nugula nodig weer een nieuwe man moest zoeken.

Het was zes maanden geleden dat Sipho was doodgeschoten. Het was op een van die avonden dat hij weer eens naar de shebeen was gegaan. Hij had haar nog R 100,- toegestopt en was met de rest van zijn schamele mijnwerkersloon de deur uitgestapt.
Nugula had hem nog nagekeken door de neervallende regen. Ze wist dat ze hem pas de volgende morgen weer zou zien. Hij zou de nacht wel weer doorbrengen in de armen van een van de vele hoertjes, dronken van de illegale mampoer. Ze ging naar binnen, het bankbiljet in haar handen. In de hoek van de kamer lag haar dochtertje van drie te slapen. Boven haar matras hing een, van het vocht kromgetrokken foto van president Mandela.

Ze liep terug naar huis. Een glimlach speelde om haar mond. Mama was weer eens naar de sangoma geweest. Leerde ze het dan nooit af om te geloven in een man die met botjes op de grond de toekomst kan voorspellen. Wat had hij haar nou weer beloofd? Dat ze R 10.000,- zou winnen in de loterij. Ach, die mama toch. Misschien dat ze daarom niet over Sipho was begonnen.

Het waren waarschijnlijk totsi’s geweest. Al weken was er onenigheid in de township over de routes die de kwela’s mochten rijden. De eerste schermutselingen tussen de taxichauffeurs waren nog gesust door de Civic, maar een week ervoor was een taxichauffeur plotseling verdwenen. Niemand wist wat er was gebeurd, maar men vermoedde dat hij was vermoord. Sipho zei nog dat het hem niet uitmaakte bij wie hij in de taxi stapte.
Die avond in de shebeen kreeg hij ruzie met een van de bestuurders van de Civic. Toen Sipho later naar buiten ging werd hij opgewacht door drie jonge mannen. Ze duwden hem in een auto en reden de township uit. Op een weg tussen de maïsvelden gooiden ze hem uit de auto. Sipho was half dronken en probeerde op te staan en weg te rennen. Hij merkte niet eens dat zijn been was gebroken. Het laatste wat hij hoorde was het droge geluid van de kogel uit een van de AK47 geweren.

Nugula liep in gedachten verzonken over de brug die het treinemplacement overspande. Onder haar lag de begraafplaats waar Sipho zijn rustplaats had gevonden. De begrafenis was betaald uit het gespaarde geld van vrienden, buren en familie. Een eenvoudige grafsteen sierde het graf. Nugula liep verder. Nog een paar honderd meter en ze was weer thuis. Ze had een paar maanden geleden een baantje gevonden als schoonmaakster op het kantoor van de
lokale woningcorporatie. Het betaalde niet veel, maar het was genoeg om haar kindje te voeden.

Het was donker op de brug. Nugula kende echter de weg als geen ander. Hoe vaak was ze al niet over de brug naar haar moeder gelopen. Ze kende iedere kuil in het wegdek en ook waar een stuk van de reling ontbrak. Daar was ze nu vlakbij.
Een man had haar gevolgd toen ze het huis van haar moeder verliet. Hij wist wie ze was en had haar altijd al aantrekkelijk gevonden. Die avond zou hij haar aanspreken. Hij was nu vlak bij haar. Hij hoorde in het donker het ruisen van haar rode jurk. God, wat was ze mooi. Nog een paar stappen. Hij opent zijn mond om haar te begroeten.

Nugula draait zich om en kijkt recht in het grijnzende gelaat van Moses Masingha. Ze schrikt en wil wegrennen. Zijn handen pakken haar echter vast. Ze voelt zijn vingers over haar borsten, ruikt zijn naar bier stinkende adem. Ze probeert hem wanhopig van haar af te houden. Ze voelt hoe haar jurk scheurt en zijn groezelige handen een weg over haar lichaam zoeken. In een reflex steekt ze haar vingers in zijn ogen. Moses kreunt en wankelt achterover. Ook Nugula doet een stap naar achteren. Haar handen zoeken de bescherming van de reling van de brug. Ze grijpen echter in het luchtledige.

De volgende ochtend vinden ze haar. Haar hoofd opengebarsten op een grafsteen. Het gestolde bloed is in de gegraveerde letters achtergebleven. In de ochtendzon lichten ze vuurrood op:
“SIPHO”

In de bonen zijn

Dokkeren op de kasseien. Een bijna meer poëtische zin bestaat er niet. En de beste dokkeraar van 2010 is een Zwitser, Fabian Cancellara. Zowel De Ronde winnen als de mooiste klassieker - althans in mijn ogen - De Hel van het Noorden. En beide op grootse wijze. Beide keren rijdt hij op pure klasse weg. Eerst op De Muur, zittend demarrerend. En vandaag gewoon als de rest niet oplet. En dan voornamelijk Tom Bonen. Ook een grote renner, maar dit voorjaar net niet scherp genoeg.

Het was trouwens een weekend vol sportieve hoogtepunten. Op zaterdag vond de Grand National plaats, de enige paardenrace waar ik naar kijk. Het is De Hel van Noorden onder de paardenraces. Een spektakelstuk zonder weergaa. Met 34 paarden van start en slechts 14 halen de finish. Dertig heggen waar overheen gesprongen moet worden. Een te lang parcours voor velen. Het is hectiek. Het is drama. Het is prachtige Engelse traditie.

En dan nog een hoogtepunt: The Masters. Mijn favoriete golftoernooi in het jaar. Op de prachtige golfbaan van Augusta. Ook hier veel drama. Tiger Woods die terugkeert en meteen bijna superieur speelt. Bijna dus. Maar de spierbonk Phil Mickelson die uiteindelijk de minste slagen nodig heeft. Prachtige beheersing. Wonderlijke slagen. En onbeschrijflijke missers. Golf heeft alles wat sport geweldig maakt.

Maar de kampioen van dit weekend blijft Fabian. De knoestige knoert die alles overklast.

zondag 11 april 2010

Zuid Afrika 1996 (21)

Werken aan wonen

Niet voor niets draagt dit hoofdstuk de titel “Halverwege het begin”. Na drie maanden in Zuid-Afrika zijn de problemen duidelijk. En elke dag komen er nieuwe problemen bij. De oplossingen zijn minder helder. De overheden, van nationaal tot lokaal, richten zich nog steeds op de bevordering van het eigen woningbezit door middel van individuele eenmalige bouwsubsidies. Financiers zijn zeer terughoudend geld te investeren in townships en verstrekken geen leningen aan de lage inkomens. Organisaties op het terrein van huisvesting richten hun aandacht op het ondersteunen van bewonersorga-nisaties. Slechts enkelen hebben het besef dat niet alleen het bouwen van woningen belangrijk is, maar dat het beheren van de woningvoorraad misschien wel het grootste vraagstuk is waarvoor alle partijen in Zuid-Afrika staan. Voor dat vraagstuk kan een woningcorporatie wellicht uitkomst bieden. Het kost veel tijd en moeite dat besef over het voetlicht te brengen. Toch is bewust in de titel van dit bulletin het woord “begin” gekozen. En om maar eens hoogdravend te eindigen:
Nu de goede hoop te laten varen is te vroeg, maar het is nog niet te laat om “De Goede Hoop” te laten varen.

woensdag 7 april 2010

Het verhaal van een foto (2)

Een diplomauitreiking op Trinity College in hartje Dublin. Op een winderige en gure dag lopen we het terrein op van de stokoude universiteit en zien her en der groepjes - vooral vrouwelijke - studenten in vol ornaat staan. Familieleden zwermen er met trotse glimlachen en klikkende camera's omheen. Het is een fraai gezicht, deze dames op hun ietwat hogere hakken dan normaal. Even later zullen de hoofddeksel vast de lucht in vliegen.
De foto is genomen tijdens een stedentrip naar de Ierse hoofdstad. Een prettige stad om te vertoeven, met veel Guinness en Jameson. De stad wordt, naast de studentes, ook die dagen bevolkt door ruige, bonkige rugbysupporters van The Reeboks, het Zuid Afrikaanse vijftiental dat een wedstrijd speelt tegen de Ieren. Wij volgen het in een tradionele bruine kroeg in de buurt van het Temple Bar District.

zondag 4 april 2010

Het verhaal van een foto (1)

Een nieuwe rubriek in deze blog. Ik heb geen idee of het iets gaat worden, maar het principe is als volgt. Ik kies uit mijn archief een foto en probeer mij het verhaal van die foto te herinneren. Dat kan soms groots en meeslepend uitvallen, soms is het kort en saai. We zullen zien! Tijd voor de eerste foto!
Een hete dag op Sicilië. De plek is Savoca. Het lijkt een gewoon huis, maar het is plek uit een van de meest beroemde speelfilms. Ja, hier vroeg de jonge Michael Corleone zijn Siciliaanse schone ten huwelijk. Natuurlijk zag ik dit niet onmiddelijk, maar zal mijn reisgids hier wel de nodige hulp hebben geboden. En toch, dan loop je door de straten van dit kleine plaatsje en sla je de hoek om en....sta je plotseling op een bekende plek. Althans zo denk je. Later zie je op de DVD dat er wel iets anders is gebeurd met de plek. De plek lijkt leger in de film. Het is romantischer in de film. Het gekke is dat niets verwijst naar de film. Het is een gewoon restaurantje met een gewoon terras in een gewoon plaatsje op Sicilië.

Muziek en vrienden (12)

11. It isn’t gonna be that way – Steve Forbert

Een van de meest bijzondere concertlocaties waar ik ooit ben geweest, is de Koepelkerk in Amsterdam. Het is 1978 en ik zit met Henk en Paul – jongens uit mijn straat – en Luuk op de keurig opgestelde stoeltjes in deze kale kerk. Er zijn slechts een paar honderd mensen aanwezig. We zijn vol verwachting van Steve Forbert, een ‘nieuwe’ singer-songwriter uit Amerika. Een zanger die met zijn debuutplaat ‘Alive on arrival’ zeer veel indruk heeft gemaakt en al de opvolger van Bob Dylan wordt genoemd. Dat heeft hij dan gemeen met Bruce Springsteen, al is de muziek die Steve Forbert toch totaal anders te noemen. Het podium waar we naar kijken is leeg. Dat is toch gek als je verwacht dat er zo meteen een band komt optreden. Maar al snel blijkt waarom het podium leeg is. Steve Forbert komt rustig aanlopen vanuit een van de zijbeuken, akoestische gitaar om de nek. Hij is dus helemaal alleen en zingt zijn liedjes. Het is prachtig. Zijn stem, de prachtige melodieën en zijn uitstraling.
Kiezen van een favoriete song vind ik bij hem moeilijk, omdat het meer de sfeer is die me aanspreekt, dan een tekst. Toch kies ik voor ‘It isn’t gonna be that way’, maar dan vooral vanwege de beginregels: ‘You’ve travelled so far, the wind in your face. You’re thinking you’ve found the one special place where all your dreams will walk out in line, and follow the course you’ve made in your mind.’ Ondanks de titel is het een heel positief liedje. Sta niet stil bij je dromen, maar leef. Simpele boodschap, gezongen door een simpele straatmuzikant uit New York. Zo maar op een avond in de Koepelkerk in Amsterdam.

Niet de beste kwaliteit, maar toch!

vrijdag 2 april 2010

Zuid Afrika 1996 (20)

De vliegende Hollander

Het is een fraai schip. De bouwers leunen dan ook tevreden achterover en roken dikke sigaren. De bemanning is aangemonsterd en met enig bombarie werd het vaartuig “De Goede Hoop” gedoopt. Als het schip van de ree glijdt en met een luide plons in het water komt, wordt er driftig geapplaudisseerd. Dit is het vaartuig dat Zuid-Afrika omhoog zal stoten in de vaart der volkeren. Alhoewel de lading uit 46 kisten met bederfelijke waar bestaat, gelooft ieder in een voorspoedige tocht langs de Kaap. Het samengedromde publiek keert dan ook tevreden huiswaarts.
Een jaar later. Het schip ligt nog steeds in de haven. De kapitein klaagt dat er geen zeekaarten aan boord zijn en dat hij nog niet heeft leren navigeren. Een van de bemanningsleden is al een jaar op zoek naar de machinekamer, niet beseffend dat hij op een zeilschip heeft aangemonsterd. De derde staat achter het roer en wacht op bevelen van de kapitein. De lading is langzaam aan het bederven. Gelukkig is het goed verzekerd. Toch zal er iets moeten gebeuren. De lokale reders komen in een chaotische vergadering bijeen. “We hebben mensen uit Holland nodig”, roept een van hen. “Dat is toch een zeevarende natie. Zij kunnen ons de haven uit helpen en een koers voor ons bepalen.” De anderen zijn letterlijk met stomheid geslagen en dus wordt besloten twee ervaren zeerotten uit het verre Nederland te laten overkomen.
De koene Hollanders treffen veel mensen rondom het schip aan. Vanaf de kant roept de lokale bevolking allerlei goedbedoelde adviezen hoe met het schip moet worden gevaren. Er zijn echter vele problemen. De kapitein en een van de matrozen lopen af en aan van het schip en klussen nog wat bij op de kant. Daarnaast blijken er in het hele land geen zeekaarten te vinden die de woelige Zuidafrikaanse wateren in beeld brengen. Dat wordt lastig navigeren. Na een paar dagen komt een van de robuuste Hollandse zeerobben tot de ontdekking dat er zelfs helemaal geen grootzeil aan boord is. Er is alleen maar een zielige aap en daarmee is het moeilijk vaart maken.
Wat te doen? De Hollanders zijn druk in de weer. De een probeert de wateren voor de kust in kaart te brengen. De ander is op zoek naar ervaren zeilmakers. Ook worden er cursussen gegeven in knopen leggen en, wanneer noodzake¬lijk, knopen doorhakken. Nieuwe ideeën worden geprobeerd om het schip zeewaardig te maken en er heerst volop bedrijvigheid aan boord. Ondertussen wordt met man en macht geprobeerd de lading in het ruim te redden voor verder bederf.
Ondanks de inzet van iedereen op en om het schip is het de vraag of “De Goede Hoop” ooit de wateren rondom de Kaap zal kunnen trotseren. Nog steeds loopt het fiere schip het risico tot een levende legende te worden. Een afspiegeling wellicht van goede bedoelingen tegen de laag hangende wolken voor de kust. Een nieuwe “Vliegende Hollander” die opdoemt in de mist bij het ochtendgloren, maar langzaam verdwijnt in de schemer van de Afrikaanse nacht.