Het is doodgewone woensdag.
Ik doe mijn werk. 's Ochtends aan de keukentafel in huis en na de lunch rij ik
richting Den Haag voor een vergadering op kantoor. Ik heb geen haast en de weg
is rustig, zoals dat hoort op dit tijdstip. Ik rij langs de Zuidas en sla af
richting Schiphol. Voor de tunnel zie ik rechts van de weg op de vluchtstrook
een auto staan met daarvoor de motor van de politie. Ach, zeker te hard
gereden.
Mijn cruise control staat op
103 kilometer als ik de tunnel inrij. Ongeveer een kilometer na de tunnel tip
ik de toetsen van de cruise control een paar keer aan en rij nu 123 kilometer
op de teller. De zon prikt voorzichtig door de wolken.
Bij de afslag Hoofddorp gaat
mijn linkerhand weer naar de toets en even later rij ik 130 kilometer per uur.
Ik kijk even in mijn spiegel en zie in de verte een motor naderen. Verdomd, het
is die motoragent van net. Ik besteed er weinig aandacht aan. Als ik even later
weer in mijn spiegel kijk, zie ik dat hij vlak achter mij rijdt. Prima, ik rij de
toegestane snelheid. De agent rijdt nu naast me. En hij blijft naast me rijden.
Ik voel een lichte irritatie opkomen. Rij toch door, man. Zodadelijk moet ik
nog afremmen omdat ik niet naar links kan. Ach, hij mindert vaart en ik kan
naar links, zodat ik de auto voor me kan inhalen. Na het inhalen ga ik weer
naar links. En verdomd, de agent rijdt weer naast me. Wat moet hij toch?
Juist op dat moment gaat hij
voor me rijden en flits het blauwe licht achter op de motor aan. Met zijn
rechterarm maakt hij het gebaar dat ik naar rechts moet en hem moet volgen. Dat
meen je niet! In mijn hoofd flitst even de gedachte of ik al mijn papieren wel
bij me heb. Heb ik mijn nieuwe groene kaart al bij me gestoken? Nou ja, ik merk
het wel.
We rijden de afslag richting
Lisse op. Ik ben benieuwd waar ik nu stil kom te staan. Vlak voor het stoplicht
komt de agent naast me rijden en zegt, als ik mijn raam naar beneden heb
gedaan, dat ik hier aan de kant moet gaan staan. Hij parkeert de motor achter
mijn auto en loopt naar de rechterkant van de auto. Ik laat het raam zakken.
"Goedemiddag meneer,
beseft u dat u kilometers te hard heeft gereden?" Ik ben stom verbaasd en
zeg dat ik me dat niet besefte. “Sterker nog, ik heb de hele tijd mijn cruise
control aan gehad. Kijk maar, die staat op 131 kilometer.” “Dat klopt niet
meneer. U reed structureel 10 kilometer te hard vanaf de Schipholtunnel.” “Dat
snap ik echt niet. Ik rij keurig de aangegeven snelheden, ook volgens mijn
teller.” “Dan is wellicht uw boardcomputer stuk, want mijn teller op de motor
is geijkt.” We kijken elkaar met enige verbazing aan. Dit is wel een heel
vreemde situatie. Ik zeg dat ik me echt van geen kwaad bewust ben en dat ik
overmorgen het zal doorgeven aan de garage, waar de auto voor beurt naar toe
moet. De agent probeert het nog een keer. “Bent u zich ervan bewust dat hier
regelmatig wordt geflitst? Als u zo rijdt, dan kunt u forse bekeuringen
oplopen.” “Nou ik rij hier regelmatig en heb hier nog nooit een bekeuring
opgelopen, want ik hou me aan de snelheidslimiet.” De agent zijn repertoire
raakt op en spreekt de beroemde zin: “Ik geef u dit keer geen boete, maar de volgende keer komt u er niet zo makkelijk van af.” Ik bedank
hem vriendelijk. Vervolgens geeft de agent aan hoe ik, tegen de verkeersregels
in, weer op de snelweg richting Den Haag kan komen. Ik groet hem en rij weg,
maar begin toch te twijfelen over mijn cruise control en
snelheidsmeter.
Als ik later die middag
weer terug naar huis rij, check ik via mijn iPhone hoe hard ik werkelijk rij.
Dat blijkt circa 5 kilometer langzamer te zijn dan dat mijn cruise control aangeeft.
Dan moet er dus iets met de agent of zijn motor zijn geweest, dat hij dacht dat
ik te hard reed. Hoe hard is te hard tenslotte?