In 1970 was ik vaak in het stadion van Ajax, toen nog in De Meer. Daar stond ik als jongetje van 10 jaar oud met mijn oudere broer en twee vriendjes vaak bij thuiswedstrijden. Een kaartje kostte toen 50 cent en later maar liefst een hele gulden. We stonden in vak G aan de Diemenzijde, vlak naast de toen nog niet zo beruchte F-Side. Ook dat jaar werd Ajax kampioen, toen voor de 14e keer en voor de 6e keer na invoering van het betaald voetbal.
Wat herinner ik me nog uit die tijd? We liepen om 12 uur naar het stadion, zo'n kwartiertje lopen, om in een lange rij voor het hek te staan om kaartjes te bemachtigen. Je moest je hoofd in een klein verkoophokje steken en als je niet oppaste werd je door de dringende mensen achter je bijna onthoofd. Dan weer naar huis, om twee uur later weer naar het stadion te lopen. Je passeerde het eindpunt van lijn 9 en liep door de vele mensen richting de tribune. Daar probeerden we zo dicht mogelijk bij het hek te komen, maar niet er tegenaan, want dan kon je platgedrukt worden. Op de tribune stonden her en der nog wat hekjes waar je tegenaan kon hangen. Ons vak was schuin achter een van de doelen en van daaruit volgden wij de wedstrijden tegen NEC, GVAV, DOS en Haarlem. Na de wedstrijd gingen we vaak bij de uitgang van kleedkamers staan om handtekeningen aan de spelers te vragen. Zo kreeg ik mijn boekje vol met het 'gouden Ajax'; Johan Cruijff, Piet Keizer, Sjakie Swart, Barry Hulshoff, Ruud Krol en Wim Suurbier. Maar ook vroegen we de handtekeningen van de tegenstanders, al wist ik vaak niet hoe ze heten. Mijn vriendjes wezen dan aan naar wie ik toe moest gaan. Ik vroeg keurig een handtekening en daarna hoe ze heetten. Dat laatste bracht soms wel een teleurstellende blik op het gezicht van deze semi-profs uit de lagere regionen van het betaald voetbal.
Een keer was ik aanwezig bij een kampioenswedstrijd. Dat was in 1991 in het Olympisch Stadion tegen Vitesse. Ajax deed wat het moest doen, namelijk winnen door doelpunten van Dennis Bergkamp, John van de Brom (in eigen doel) en Michel Kreek. Helaas won PSV ook die dag en werd op doelsaldo kampioen.
Maar het meest treurige Ajax-moment was de afscheidswedstrijd van Johan Cruijff. Op een regenachtige novemberavond reed ik op de fiets naar het Olympisch Stadion waar Bayern München de tegenstander was. Het weer was triest en ook de wedstrijd. De Duitsers hadden geen zin om er een vriendschappelijke wedstrijd van te maken en de Ajax-spelers geen zin om er een wedstrijd van te maken. Uiteindelijk werd de uitslag 0-8, waarbij er nog 3 doelpunten van de gehate Duitsers werden afgekeurd.
Maar nu is mijn jeugdcluppie weer kampioen! Met een beetje mazzel (dat wel), maar ook met gogme. Het blijft toch de 'mooiste club van allemaal'!
precies! Wij zijn Ajax, de club met de 3 sterren!!
BeantwoordenVerwijderen