Bijna twee maanden geleden was ik voor het eerst in Spanje. Nou ja, Catalonië om precies te zijn. Ik was slechts een van de weinigen die nog nooit in Barcelona was geweest en dus werd het hoog tijd. Het hotel stond hartje centrum en had de gewenste luxe. En, in tegenstelling tot de weersverwachting, scheen de zon gewoon zoals het hoort in een Zuid-Europees land.
Na een namiddagje doelloos dwalen door het oude centrum, waarbij ook enkele honderden meters van de overvolle en toeristische Ramblas hoorden, zeeg ik neer in lounge van het hotel. Een goed glas wijn en vast de dag van morgen plannen.
Dit wordt een Gaudi-dag. Ik steek om 10 uur mijn hoofd boven de grond en zie in de verte de 'drakenrug' van Casa Batlló. Er staat al een heuse rij toeristen te wachten bij de ingang, maar gelukkig beweegt de rij snel langs de kassa. Ondertussen neem ik de voorgevel van dit prachtige huis in mij op. Het was een bestaand huis dat door Gaudi in 1904 is verbouwd. Het lijkt of de gevel wordt gesteund door botten met prachtig gevormde balkons die het bijna een menselijk gezicht geven. Eenmaal binnen is de fascinatie compleet. Geen muur is recht, geen raam heeft dezelfde vorm, alles is uniek en organisch. De plafonds, de trappen, het glas-in-lood. Ik kijk mijn ogen uit. Langzaam bestijg ik de trappen rondom het blauwbetegelde atrium. Dan sta ik op het dak. Hier zijn de beroemde schoorsteenkappen van Gaudi te bewonderen. Met mozaïek gevormde grillige vormen die kleurrijk naar de hemel reiken. De geschubde drakenrug met haar groengeglazuurde wervelkolom. Elk detail is bedacht en elk detail is handgemaakt.
Eenmaal buiten geniet ik na op een terras en neem een kleine lunch. Een glas heerlijke ijskoffie completeerd het gevoel dat dit een bijzondere dag zal worden.
Een paar honderd meter verder ligt Casa Milà, een door de architect in 1906 ontworpen appartementencomplex. Ook hier staat een rij wachtenden in de zon. De gevel golft en deint op en neer en de ijzeren balkons lijken op gevlochten tropische planten. Binnen zijn er twee atriums met zachte groene en paarse kleuren. Ik neem de lift naar het dak. Als de deuren opengaan ontvouwt zich een wonderlijk schouwspel. Ik word aangestaard door tientallen stenen gezichten. Ridders en verbaasde Buddha's. Het is moeilijk te beseffen dat ook dit allemaal schoorsteenkappen zijn. Vanuit elke hoek lijken de sculpturen anders. Een lijkt op de 'schreeuw van Munch'. Elders staan vier 'ridders' met verschillende gezichtsuitdrukkingen over de stad heen te kijken. Ik heb zelden architectuur en kunst zo met elkaar verbonden zien zijn. Eigenlijk kan ik hiet uren zitten en alleen maar kijken. Toch besluit ik uiteindelijk weer naar beneden te gaan. Ik bezoek nog een van de appartementen en daal verder af. Beneden op straat kijk ik nog een keer terug naar het gebouw voordat ik weer onder de grond ga op weg naar nog meer Gaudi....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten