Wonderbaarlijk! Ja, dat moet het woord zijn om deze blog te beginnen. Wonderbaarlijk dat ik weer eens naar de bioscoop ging. Wonderbaarlijk genoeg de eerste keer dit jaar en wonderbaarlijk ook dat ik alleen was. Wonderbaarlijk eveneens dat het mijn eerste 3D-film was en dat ik getooid met een bril over mijn bril in de bioscoopzaal zat. Maar het meest wonderbaarlijk was de film zelf; Life of Pi.
Een film gemaakt van een schier onverfilmbaar boek van Yann Martel. Een boek dat draait om de geestkracht van een jong Indiase jongen die in onmogelijke situatie terecht komt. Een boek dat grotendeels de wonderbaarlijke reis beschrijft op de grote oceaan in een reddingsboot met uiteindelijk Pi en een Bengaalse Tijger die Richard Parker heet.
De film begint met prachtige beelden in de dierentuin in India, waarbij de meest fraaie beelden in 3D al direct veel indruk maken. Met humor en sfeer creëert regisseur Ang Lee een wereld waarin de jonge Pi opgroeit en gefascineerd raakt door verschillende religies.
Maar het leven voor het gezin gaat niet goed en ze besluiten India te verlaten en met de dieren naar Canada te reizen. Onderweg komt het vrachtschip in een storm en zinkt het schip. Alleen Pi en enkele dieren overleven. De film laat geloofwaardig de bijzondere combinatie aan boord zien, een zebra, een hyena, een orang oetang, de Bengaalse tijger en Pi. Alleen Pi en de tijger overleven de eerste dagen en vormen de dagen en weken daarna een bijzonder koppel. Zowel mens als dier overwinnen angsten, honger en dorst. Ze beleven wonderbaarlijke natuurfenomenen, zoals een naar ademhappende walvis, lichtgevende kwallen en een school vliegende vissen.
De film is adembenemend mooi, feeëriek en fascinerend. Het is letterlijk en figuurlijk een wonderbaarlijke vertelling. Maar wel eentje die je zou willen geloven. Want vaak is ongelooflijke verhaal veel mooier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten