Ik was negen jaar oud toen Martin Luther King werd vermoord in een motel in Memphis. Dertien jaar later stond ik op de trappen van het Lincoln Memorial in Washington D.C., de plek waar dominee King zijn beroemde “I have a dream” toespraak heeft gehouden.
Drie jaar geleden las ik voor het eerst een indrukwekkend boek over de opkomst van de negerbeweging in Amerika.
Van Zuid-Afrika wist ik niet veel. Mijn opa had wel eens verteld van de boerenoorlogen aan het einde van de vorige eeuw. Van het apartheidsregime wist ik niet meer dan dat er overal bordjes hingen met teksten zoals “Slechts vir Blankes” en dat er zoiets bestond als thuislanden. Ik had geen bijzondere interesse in het land, misschien wel omdat het veilig is ergens tegen te zijn als je er niets van weet. Het waren tenslotte de jaren van de algehele boycot tegen Zuid-Afrika.
Na vier maanden in dit land weet ik ondertussen iets meer. In een onvoorstelbaar tempo probeert het land af te rekenen met het apartheidsregime. De “rainbow nation” moet een land zijn waar iedereen een respectvol bestaan kan hebben. Maar is het echt mogelijk om de afgelopen decennia zo maar te vergeten en vooral te vergeven?
De afgelopen maanden worden overal in het land bijeenkomsten gehouden van de zogenaamde “Truth en Reconciliation Committee” (Waarheid en Verzoening Committee) onder leiding van bisschop Desmond Tutu. Daar worden door gewone burgers de verhalen verteld van de voorbije periode. Verhalen vol met verbijsterend geweld van voornamelijk blanken jegens zwarten. Het zijn verhalen over de martelmethoden, over het spoorloos verdwijnen van kinderen en volwassenen en over nietsontziende moordenaars. Het is voor mij onbegrijpelijk dat de zwarte bevolking bijna geen haat en wraakgevoelens jegens de blanken heeft. Sterker nog, dat ze bereid zijn de wandaden te vergeven.
Tegelijkertijd is er echter veel geweld tussen de zwarte bevolkingsgroepen onderling. Er gaat geen weekend voorbij of er zijn weer tientallen doden in de provincie KwaZulu Natal waar aan de strijd tussen Inkatha en het ANC geen einde lijkt te komen. Vandaag zijn er weer vier doden gevallen bij een taxi-oorlog in de buurt van Kaapstad. Alhoewel Zuid-Afrika vele zwarte stammen heeft, is de strijd vaak tussen Zoeloes onderling wat het niet eenvoudig maakt voor deze blanke Hollander om iets van de achtergronden en de geschiedenis van deze conflicten te doorgronden.
In 1982 was ik in Atlanta, de stad waar nu de Olympische Spelen worden gehouden. De geboortestad ook van Martin Luther King. Tijdens de openingsceremonie werden weer de beelden getoond van die beroemde toespraak. Een toespraak waarbij ik altijd kippevel bij krijg. Veertien jaar geleden hing in het centrum van de stad een groot reclamebord van de lokale politie waarop elke dag het aantal moorden, verkrachtingen en overvallen werd bijgehouden. Later zag ik thuis op de foto dat bij het garagebedrijf onder dit reclamebord een klein bordje hing met de tekst “Yes, we’re still in business!”. Ik betwijfel op beide borden op dit moment nog in Atlanta hangen. Ze zouden nu net zo goed bij de Zuidafrikaanse grens kunnen hangen.
Het is een eer om een minuscule rol te mogen vervullen in de droom van Zuid-Afrika. Ik weet echter niet wat men zal zien als men over een paar jaar wakker wordt en men wordt geconfronteerd met de werkelijkheid. Een verschil van dag en nacht?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten