Kilometers en nog eens kilometers. Het is een geluk dat er om de tien kilometer een bordje staat anders weet je niet of je dichter bij je doel komt. Ik rij weer de Karoo binnen. Het is warm en de airco in de auto is nu hard nodig. In Beaufort West boek ik mijn vertrouwde hotel en neem een verkwikkend bad. Daarbij moet ik de kraan laten lopen, want anders komt mijn imposante lichaam binnen de kortste keren droog te staan doordat het water via de overloop wegstroomt.

Na weer een tank vol benzine (R2 per liter, ofwel 80 cent) rij ik verder naar het noorden. Ik passeer plaatsen als Christiana, Bloemhof, Wolmaransstad en Klerksdorp. In deze laatste stad viert de AWB (Afrikaner Weerstands Beweging) hoogtij. Zij hebben een apart blank thuisland als ideaal. De wereld kan snel veranderen in een paar jaar tijd.
Het wordt donker en ik word verblind door de koplampen van het aankomende verkeer. Ik blijf achter vrachtauto’s hangen en rij nu rustig richting Johannesburg. Plotseling wordt het mistig. Ook dat nog. Maar wacht eens, de mist ruikt eigenaardig. Het is een soort brandlucht en ik besef dat het de smog van de kolenstook van het naburige Soweto is. Een blanke in een witte Toyota die zijn weg zoekt in de zwarte nacht en bijna verstikt raakt in de kolenstook van de zwarte woonwijk.
Veilig kom ik aan bij mijn appartement. Een week vakantie en 3.500 kilometer gereden. Een groots land met grote contrasten. Het is een lange weg terug......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten