woensdag 10 maart 2010

Zuid Afrika 1996 (8)

Reünie in Kalkbaai


De ogen gaan open en door de ramen straalt een blauwe lucht mij toe. De derde etappe naar Kaapstad wordt een rit in de zon. Alhoewel ik reeds duizend kilometer heb gereden in de afgelopen twee dagen, heb ik nu plezier in de laatste vijfhonderd. Ik verlaat Beaufort West en rij via eindeloze wegen richting het Zuidwesten. Mijn koffiestop is in Matjiesfontein, een gehucht aan de spoorlijn dat zijn faam dankt aan een luxe hotel dat hier aan het begin van de eeuw is neergezet. Het is bijna geheel verlaten en ik ben de enige toerist in de koffieshop. Op dit soort momenten is het fantastisch om alleen te reizen en te genieten van de stilte en de eenzaamheid.
Via prachtige bergpassen rij ik naar Paarl, een plaats in het wijngebied. Hier staat ook het Taalmonument, gewijd aan de Afrikaanse taal. Het is een imposant kunstwerk dat boven op een berg boven Paarl ligt. De relatie met de Afrikaanse taal ontgaat me echter. Via Stellenbosch rij ik naar de kust en zie voor het eerst weer de oceaan voor me liggen. Ik draai het raampje open om de zilte lucht op te snuiven en rij via een door zand bestoven kustweg naar Muizenberg. Dit stadje ligt tegen de bergwanden geplakt van het Kaapse schiereiland. Het is een populair surfoord en langs de weg zie je talloze gespierde en met paardestaarten uitgedoste surfers in hun wetsuits met hun surfboards lopen. Ik stop in het plaatsje Kalkbaai en stap het restaurant “The Timeless Way” binnen. Hier werkt de Zuidafrikaanse jongen die vorig jaar ons busje met toeristen rond heeft gereden. Ik drink een biertje aan de tap met Goochy en we praten over de belevenissen van het afgelopen half jaar. Even later stapt ook Mieke binnen, de Nederlandse reisleidster van vorig jaar en nu al vier jaar inwoner van Kaapstad. Na nog een paar drankjes rijden we naar haar huis in de wijk Newlands.
Het is zaterdag en ik ben vol goede hoop op weg naar de kaap met dezelfde naam. Als ik mijn auto parkeer op de parkeerplaats blijk ik dit keer niet de enige toerist te zijn. Horden Duitsers, Nederlanders en Japanners bestormen Cape Point. Ik volg amechtig in hun voetstappen, want de klim is steil en het weer benauwd. Parelende zweetdruppels besluiten zich samen te bundelen tot een heuse waterval en ik kom drijfnat boven. Door een vochtige bril geniet ik echter van het uitzicht over twee oceanen. In de verte gaat een zeilboot en onwillekeurig droom ik van de Griekse wateren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten