Ik kleed me om en trek mijn korte broek en de bergschoenen aan. De rugzak is beladen met een thermosfles water en het fototoestel voor de onvergetelijke plaatjes. Goedgemutst stap ik de hotelkamer uit en begin de lange weg naar boven.
Na maanden alleen hersengymnastiek te hebben verricht is het niet onbegrijpelijk dat mijn spieren zich het leplazerus schrikken van deze plotselinge inspanning. Toen ik drie dagen geleden voor het eerst een kleine wandeling maakte, protesteerden de dijspieren de volgende ochtend hevig. Toch maar even doorgezet en elke dag een iets grotere uitdaging gezocht. Vandaag dan de tocht der tochten naar de “Gorge” met een, volgens de wandelkaart, onvergetelijk uitzicht op het amfitheater in de noordelijke Drakensbergen.
Het gaat lekker. Weinig echte steile stukken en een redelijk goed begaanbaar pad. Langs de berghellingen met obscure namen zoals “Devils Hoek” en “Policeman’s Helmet” begeef ik mij steeds dieper in de door de Tugela rivier uitgesleten kloof. Na bijna twee uur bereik ik de rivier en klauter over de rotsen naar het eindpunt van de wandeling. Daar beloon ik mezelf met een appel, water en een sigaretje.
In snel tempo loop ik weer langs hetzelfde pad terug, ondertussen andere wandelaars inhalend. Ik voel nu ook de eerste lichamelijke ongemakken. Geschuurde dijbenen (ik heb last van een vrij hoge wrijvingscoëfficiënt op die plek) en voorzichtige blaarvorming onder de voetzolen. Ik ben dan ook blij als ik het eindpunt in zicht krijg. Vijf uur na het begin van de wandeling neem ik een glas koel geel vocht (van schuim hebben ze hier nog niet gehoord).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten