De wereld draait door. Ja, dat is natuurlijk zo. Maar soms mag die ook wel eens even stil staan. Zoals vanavond in De Wereld Draait Door. Het eerste onderwerp gaat over een vijftienjarige jongen die zijn eigen leven beƫindigd omdat hij zo gepest werd door zijn directe omgeving. Op school en op straat. Gewoon altijd gepest door anderen omdat hij anders was en afweek van de rest.
Nu is pesten van alle tijden en zal het ook van alle tijden zijn. Maar toch. Er zullen vast hele studies naar gedaan zijn waarom kinderen elkaar pesten, waarom collega's elkaar pesten en waarom dus pesten verklaarbaar is. En het lijkt een prettige gedachte dat degenen die pesten eigenlijk hele zielige figuren zijn die krampachtig proberen bij een groep te horen, omdat ze niets hebben dat hen uniek maakt, zoals degene die gepest heeft dat wel heeft. Maar die prettige gedachte houdt op als je hoort, leest of ziet dat een vijftienjarige jongen zijn leven niet meer ziet zitten.
Ook ik werd als kind gepest. Ook ik week af van de norm (te dik in mijn geval). Uit machteloosheid ontwikkelde ik mijn wapen, een vlijmscherpe tong. Psychologische voltreffers waar fysieke kracht ontbrak. Maar het genot van de voltreffers was altijd maar van korte duur. Want diep van binnen knaagt het door. Waarom vinden sommige mensen mij niet aardig? Waarom kunnen sommige mensen mij niet accepteren? Wat is er met mij aan de hand?
Door de jaren slijt het. Het pesten wordt plagen. De vlijmscherpe tong wordt iets botter. De zelfacceptatie iets groter. Maar het littekenweefsel jeukt soms nog wel. Op een dag als er onweer in de lucht is. Of op een dag dat de wereld even stil staat omdat een vijftienjarige jongen geen verweer meer had.
In nagedachtenis van David Isarin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten