- 1. Nights in white satin – the Moody Blues
Begin jaren zeventig werd muziek serieus. Na jaren Toppop kijken met Ad Visser en Penny de Jager werd nu het luisteren belangrijk in plaats van alleen het kijken. Daar kwam natuurlijk bij dat ik ook voor het eerst meer geld beschikbaar kreeg doordat ik op woensdagmiddag de Diemer Courant bezorgde. Vijf gulden voor een half uurtje werk. Zo konden eindelijk de eerste elpees worden gekocht. Killer van Alice Cooper was de eerste aanschaf, op advies van mijn Canadese nicht Wendy. Daarna volgden Moving Waves van Focus, Deep Purple in Rock en Dark side of the Moon van Pink Floyd.
In die periode kwam ik ook voor eerst in aanraking met de Moody Blues. Gerard, mijn jeugdvriend en buurjongen sinds mijn jongste jaren, kwam er mee aanzetten. Waarschijnlijk eerst met Seventh Sojourn, de elpee waarop ‘I’m just a singer (in a Rock and Roll Band)’ staat. Die elpee maakte diepe indruk en al snel werden mijn volgende aankopen alle eerdere elpees van deze Engelse band. Ook de elpees waarop Justin Hayward en John Lodge nog niet meespeelden, zoals op ‘Go Now’.
De meest bijzondere elpee van de Moody Blues blijft echter ‘Days of future passed’. Niet alleen omdat ‘Nights in white satin’ erop staat, maar veel meer omdat het een van de eerste, zo niet dé eerste concept-elpee was. Een elpee waarbij de nummers een verhaal vertelden. In dit geval het verhaal van een dag. Het begint met een gedicht en eindigt ook met een gedicht. En er speelt zowaar een orkest op mee: The London Festival Orchestra. Op de hoestekst wordt dit beschreven als volgt (we hebben het hier over 1967): ‘In Days of Future Passed the Moody Blues have at last done what many others have dreamed of and talked about: they have extended the range of pop music, and found the point where it becomes one with the world of the classics.’
The Moody Blues is de eerste band waar ik fan van was. Ik verzamelde alles uit de popbladen, waar ze toen nog wel instonden. Ik kocht bootlegs op het Waterlooplein. Ik typte alle teksten over op mijn zojuist aangeschafte Olivetti typmachine. En ik zou in 1974 naar hun concert gaan. Via de fanclub, waar Gerard lid van was, konden we aan kaartjes komen. Dat dachten we althans, maar uiteindelijk ontvingen we niets. Het concert in Ahoy ging aan onze neuzen voorbij. Het werd nog erger, want amper een half jaar later kwam het bericht dat de Moody Blues uit elkaar gingen. We hadden hun laatste concert op Nederlandse bodem gemist. Nooit zouden we Justin Hayward, John Lodge, Ray Thomas, Mike Pinder en Graeme Edge live kunnen zien en horen.
Gelukkig hadden de bandleden tien jaar daarna weer geld nodig en gingen ze weer op tournee. Mike Pinder deed niet meer mee - die had ondertussen de Heer gevonden – en werd vervangen door Patrick Moraz. Samen met Gerard zat ik in Ahoy. Alle teksten kenden we uit ons hoofd. Het was mooi, maar toch ook weer niet. Het was ondertussen al jeugdsentiment geworden.
P.S. Het is 2006 en de Moody Blues treden op in de Heineken Music Hall. Ik ben er samen met Gerard en zijn dochter van vijftien, die naar haar eerste popconcert gaat (arm kind). Voor het concert zegt ze dat er wel heel erg veel grijs in de zaal is. En inderdaad, de meeste mensen – waaronder ik en Gerard – zijn ondertussen getooid met een grijze haardos. Het concert is geweldig. Er zijn er nu nog drie over van de originele bezetting. Ook Ray Thomas heeft de band verlaten. Maar, aangevuld met een extra drummer, een toetsenist en twee zangeressen, klinkt het prima. Het is een feest der herkenning en ik waan me terug op mijn zolderkamertje, waar ik de teksten meezong voor een nepmicrofoon. Gerard’s dochter brengt mij terug op aarde. Zij vindt vooral de lichtshow mooi. Gerard en ik weten beter. Het is en blijft de muziek die mooi is. En blijft!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten