Afrikaners in Afrika
Als je hier een geschiedenisboek openslaat lees je op de eerste bladzijde dat Jan van Riebeeck met zijn schip de Dromedaris de baai bij Kaapstad invoer en daarmee begon Zuid-Afrika. Het is vreemd te beseffen dat Afrikaans en de Afrikaners van oorsprong niets met dit continent te maken hebben. Toch beschouwen ze dit als een door God gegeven land dat alleen door hard werken (en veel bidden) tot een vruchtbare streek is geworden. De Karoo is daarom bij uitstek het land van de Afrikaners. Het zijn fiere mannen met grote buiken en kortgeschoren hoofden. Hun vrouwen hebben de kinderen opgevoed in verafgelegen boerderijen, waarvan je langs de weg alleen het naambordje ziet. De vele zwarte handen die zowel het boerenwerk als het huishouden hebben gedaan worden als normaal beschouwd. De dorpen in de Karoo worden gekenmerkt door fraaie koopmanshuizen in het centrum rondom de Nederlands Gereformeerde kerk, waar naast de kansel een grote statenbijbel ligt. Buiten het dorp staan de krottenwijken en rond vijf uur lopen de mensen van heinde en verre terug naar hun schamele behuizing. Dit land wordt gekenmerkt door één grote LAT-relatie. Men werkt met elkaar, maar leeft niet met elkaar. Het zijn kleine dingen die het zichtbaar maken. Het restaurant waar alleen blanken kunnen eten en zwarten bedienen. De zwarte pompbedienden (die in het Afrikaans petroljochies heten) die de Mercedessen en BMW’s van de blanken van benzine voorzien en de ramen wassen. De weerstand van de Afrikaners om het voormalige gebied rondom Johannesburg nu Gauteng te moeten noemen. Nee, voor veel blanken is de geschiedenis van dit land begonnen met Jan van Riebeeck en daarvoor was er niets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten